Dr. No (1962)
Ian Flemming was met zijn boek Dr. No in 1957 begonnen aan een ongekend populaire boekenreeks, die zelfs ex-president John F. Kennedy erg kon waarderen. Na eerdere mislukte pogingen om Bond naar het grote scherm te krijgen leek het te lukken met producer Kevin McClory. Samen met hem schreef hij een screenplay voor een film, wat echter nooit van de grond kwam. Flemming gebruikte de basis van dit idee voor zijn boek Thunderball. McClory beschouwde dit als plagiaat aangezien hij zelf mee had geschreven aan de screenplay en diende een rechtszaak in tegen Flemming, die het helemaal had gehad. Harry Saltzman kon Ian Flemming echter toch overtuigen weer aan een eventueel filmavontuur te beginnen en kocht de rechten van alle boeken van James Bond, met uitzondering van Casino Royale. Cubby Broccoli zag ook de potentie van de James Bond boeken en wilde daar ook graag de rechten van hebben, maar ontdekte dat Saltzman hem voor was. Hij probeerde daarom om samen met hem het avontuur aan te gaan en dit resulteerde in EON-producties (Everything or Nothing).
Nadat zo ongeveer iedere grote filmstudio hun project had afgewezen, ging United Artists overstag en maakte een bedrag van $900.000 dollar vrij. Later kwam er $100.000 dollar bij voor het bouwen van de schuilplaats van Dr. No, en kwamen de totale productiekosten dus op 1 miljoen dollar te liggen. Vanwege de lopende rechtszaak met Kevin McClory konden Broccoli en Saltzman niet beginnen met Thunderball, wat hun eerste keus was. In plaats daarvan werd het boek Dr. No gekozen. Richard Maibaum en Wolf Mankovitz schreven samen het script, dat behoorlijk verschilde van het boek. Broccoli sloot de aangenomen regisseur Terence Young voor een aantal dagen op in een hotelkamer om met een beter script te komen.
Tien dagen voordat de daadwerkelijke opnames zouden beginnen kwam Young met een goedgekeurd script. Dr. No is één van de meest trouwe boekverfilmingen, en de meeste veranderingen komen te film eigenlijk alleen maar ten goede. Zo heeft Bond in de verfilming meer vrouwen. Miss Taro kreeg een grotere rol en Sylvia Trench, gespeeld door Eunice Gayson, werd bedacht als terugkerend karakter. Het idee was dat Bond haar iedere keer moest teleurstellen omdat hij op pad gestuurd werd voor een missie, maar uiteindelijk is Trench alleen nog maar te zien in From Russia with love. Het vogelmestplot aan het einde van het boek werd geschrapt en de verhaallijn van de raketstoringen werd het hoofdmotief van de film. Dr. No werkte nu voor een fictieve organisatie SPECTRE, in plaats van dat hij voor Rusland werkte. Voor de rest volgt de film vrij nauw het boek.
Voor de rol van James Bond had Broccoli Cary Grant in gedachte, maar deze wilde alleen maar 1 film de rol van Bond vertolken, en niet een hele serie Bondfilms maken. Ook Roger Moore was een kandidaat voor de rol. De vrouw van Broccoli, Dana, had echter iemand gezien in de Disney-film: Darby ‘O Gill and the little people”, en stelde hem voor als de man die James Bond zou moeten spelen. Zijn naam: Sean Connery. Broccoli en Saltzman gingen overstag omdat ze onder de indruk waren van zijn fysiek. De man die liep als een kat werd voor meerdere films vastgelegd.
Regisseur Terence Young was bang dat Connery’s eenvoudige afkomst hem zou verraden op het witte doek en introduceerde hem in de upperclass van Londen en bezocht ook dure kledingzaken, om hem zo bij te brengen in de wereld van Bond. Connery was samen met zijn vrouw en regisseur ook verantwoordelijk voor de oneliners doorlopend in de film, die meestal spontaan op de set bedacht werden.
Ian Flemming had graag zijn goede vriend en buurman Edward Noel als Dr. No gezien maar deze antwoordde met de toepasselijke woorden: “No, no, no”. Christopher Lee was even in beeld maar uiteindelijk ging de rol naar Joseph Wiseman. Lois Maxwell, die als eerste de rol van Sylvia Trench kreeg aangeboden maar deze afwees omdat ze de rol te openlijk seksueel vond, werd gecast als Miss Moneypenny en Bernard Lee als M. Toen Cubby Broccoli een foto zag van Ursula Andress enkel en alleen in een nat T-shirt, wilde hij haar per se hebben voor de rol van Honey Rider. Vanwege haar zware Zwitserse accent is ze gedubd door stemactrice Nikki van der Zyl, iets wat in die tijd wel vaker voorkwam. John Kitzmiller en completeerde de cast als Quarell.
Ken Adam werd aangetrokken als setontwerper, zo ontwierp hij onder meer met zijn karakteristieke stijl de kamer waarin professor Dent de spin op komt halen en de schuilplaats en het laboratorium van dr. No. Vlak voordat de opnames begonnen was er een beroemd schilderij gestolen en bij wijze van grapje werd dat schilderij in de kamer met de eettafel gezet, vandaar dat Bond ook even verbaast naar dat schilderij genaamd: ”The Duke of Wellington” kijkt.
De opnames vonden plaats op locatie in Jamaica vanaf 16 januari en duurden tot 30 maart 1962. Er werd onder andere geschoten op het vliegveld van Kingston en aan de Oostkust van Jamaica. De wereldberoemde scène waarin Ursula Andress uit de zee komt gerezen is gefilmd op het strand van “Laughing water estate” in St. Ann’s Bay. Alle binnenopnames vonden plaats in de Pinewoodstudio’s bij Londen.
Peter Hunt was verantwoordelijk voor het monteren van de film en zette met zijn snelle cut’s een trend in het actiegenre. Monty Norman verzorgde de soundtrack en schreef ook de bekende Bond-theme. John Barry orchestreerde het nummer, maar schreef ook mee. Tot de dag van vandaag is het eigenlijk nog steeds niet helemaal duidelijk op wiens conto het nummer gezet moet worden aangezien beide mannen claimen het nummer geschreven te hebben. Het beginlogo is ontworpen door Maurice Binder. Hij bracht een camera in een echte revolverloop. De acteur die in het beeld loopt is echter niet Connery maar diens stuntman Bob Simmons. Sean Connery zal pas in Thunderball te zien zijn in het beginlogo.
Harry Zaltzman en Cubby Broccoli konden beschikken over een ervaren crew, wat later uitgroeide tot de Bondfamilie, soms aan- en bijgevuld, bij de daaropvolgende films. Broccoli’s moto om iedere cent op het scherm te krijgen werpt zijn vruchten af en doet de film duurder lijken dan dat hij is. Dr. No is van de betere films maar ook zeker één van de meest pure Flemming adaptaties, zonder al te veel gadgets en waar Bond het puur moet hebben van zijn doorzettingsvermogen en zijn gezond verstand. De basiselementen van de nu bekende Bond-formule zijn al wel aanwezig, zoals de exotische sets, mooie vrouwen en een megalomane slechterik. De film, gemaakt voor maar $1.000.000 dollar, was uitermate succesvol en bracht wereldwijd $60.000.000 dollar op.
Dr. No © 1962 Danjaq S.A. & United Artists Corporation.