Casino Royale (2006)
Na Die Another Day vonden Michael G. Wilson en Barbara Broccoli dat het tijd was om het over een andere boeg te gooien. De film was financieel een enorm succes maar er waren nogal wat kritieken dat de film te veel over the top was, waarbij het meer ging om special effects dan een goed verhaal. Dit is geen ongebruikelijke zet van de filmmakers. Na You Only Live Twice en Moonraker werd er ook besloten om terug te gaan naar de basis met respectievelijk On Her Majesty’s Secret Service en For Your Eyes Only. Het allereerste Bondboek van Ian Flemming, Casino Royale uit 1954, was nog nooit verfilmd door de Bondproducers. Dit kwam simpelweg omdat ze de rechten er niet van hadden. De rechten lagen via allerlei tussenwegen bij Sony, die samen met Kevin McClory (producent van Thunderball en Never Say Never Again) rond 1997 een eigen Bondreeks wilden opzetten. MGM spande een rechtszaak aan. Door deze rechtszaak verkreeg MGM de rechten van Casino Royale in het jaar 2000, waarmee de deur geopend was om het eerste avontuur van geheim agent 007 eindelijk te kunnen verfilmen. Later kocht Sony MGM op waardoor het alsnog zijn eigen Bond franchise kreeg.
Micheal G. Wilson had tijdens de introductie van Timothy Dalton al het idee om Bond in zijn beginjaren te laten zien, maar Albert Broccoli vond toen dat men niet op een onervaren en jonge Bond zat te wachten. Toen men Casino Royale wilde verfilmen achtte men de tijd rijp om de klok weer helemaal terug te zetten en met een schone lei te beginnen. Pierce Brosnan was dus te oud geworden en er moest een nieuwe acteur gevonden worden. Julian MacMahon (Nip/Tuck) en Clive Owen (Sin City) waren een van de vele kandidaten maar uiteindelijk werd op 14 oktober 2005 bekendgemaakt dat de relatief onbekende Daniel Craig de nieuwe Bond werd. Dit leidde tot hevige reacties en er werd zelfs een website, www.craignotbond.com, opgericht om deze keus ongedaan te maken. Daniel Craig, een echte karakteracteur, was toentertijd bekend uit Lara Croft: Tombraider en het recentere Layer Cake.
Neil Purvis en Robert Wade werden weer aangetrokken om het script schrijven van Casino Royale. Paul Haggis poetste dit script op tot de uiteindelijke versie. Het boek werd grotendeels overgenomen. De bekende martelscène uit het boek werd ook overgenomen en bezorgde de regisseur de nodige kopzorgen over hoe hij dit in beeld zou brengen. Bond blijft immers een film voor het hele gezin. Q en Moneypenny keerden niet terug in deze film. Men wilde men laten zien hoe Bond de man wordt die wij allemaal zo goed kennen. De zogeheten re-boot van een bekende filmheld wat bijvoorbeeld in Batman Begins zo goed gelukt was. Ook de Bourne films waren een inspiratiebron om Bond weer rauw en realistisch te maken en niet te leunen op overdreven cgi-effecten zoals in het tergend slechte Die Another Day.
Martin Campell, de man die Pierce Brosnan introduceerde in Goldeneye, kreeg de regie over Casino Royale. Campell had in eerste instantie zijn twijfels, maar toen hij vernam dat men weer terugwilde naar de oudere en realistischere films van vroeger, ging hij van stag. Gary Powell, die zichzelf onsterfelijk maakte door de stunt met de minispeedboot die een kurkentrekker maakte, uit te voeren, coördineerde de stunts. De Franse Eva Green kreeg de rol van Vesper Lynd en de Italiaanse acteur Giancarlo Giannini werd aangetrokken om René Mathis te vertolken. Dame Judi Dench speelde weer M. Chronologisch slaat dit natuurlijk nergens op, maar de makers wilde graag een bekend element behouden en haar terug te halen voor het tweeëntwintigste Bondavontuur. De Deen Mads Mikkelsen speelde de badguy LeChiffre.
Het budget voor de film was ongeveer $100 miljoen dollar. Opnames begonnen in januari 2006 in Praag in de Modrany Studio’s. Na een maand vertrok de gehele crew naar de Bahamas om daar de openingsscène, die zich in Madagaskar afspeelt, te filmen en de scènes in het hotel waar Bond kennis maakt met Alex Dimitrios, de terrorist die Le Chiffre helpt. Barbara Broccoli en Micheal G. Wilson hadden de documentaire “Jump London” gezien, waarin ene Sébastien Foucan allerlei acrobatische stunts uitvoerde op de daken van de Engelse hoofdstad. Deze sport staat bekend als het Free-runnen of Parkour, en de producers wilden dit erg graag gebruiken voor de achtervolgingsscène in Madagaskar. Tijdens het filmen van The Spy Who Loved Me in 1977 spotte Wilson een verlaten bouwconstructie. Deze bleek nog steeds te bestaan, en was inmiddels een militaire basis geworden. Hier vonden een groot deel van de opnames plaats. Leuk detail is dat in het hotel dat achter deze basis ligt de opnames plaats vonden voor Thunderball.
De stunts in deze film zouden weer echt gedaan worden zonder CGI en dat is goed te zien. De sprong van de eerste kraan naar de tweede kraan is dan ook echt gedaan (natuurlijk wel met veiligheidskabels) en is eerst uitvoerig geoefend in Praag. De kranen stonden ongeveer 50 meter hoog en de eerste sprong is er één van 5 meter waarbij een landplatformpje van 30 centimeter breed moest voldoen. De andere grote actiescène van deze film vond plaats op het vliegveld van Miami en is gefilmd op 3 verschillende locaties (Miami zelf, Praag en in Engeland in Dunsfield). Stuntcoördinator Gary Powell verzon zoveel mogelijk obstakels om met de vrachtwagen doorheen te kunnen rijden. Zo werd een oude Utrechtse stadbus omgetoverd tot vliegveldbus en compleet aan diggelen gereden. In een eerdere versie van de film reed Bond zelfs door een Boeing 747 heen, maar dit werd uit de uiteindelijke film geknipt, omdat er al genoeg kapot was gereden.
De uitgebreide casinosequentie is gefilmd in de studio in Praag. De stunt met de Astin Martin is gefilmd in Engeland. In de auto werd een luchtkanon geplaatst, die met één druk op de knop, de auto deed kantelen. Het kanon werkte zo goed, dat de auto maarliefst 7 keer over de kop ging. Na enige navraag bleek dit zelfs een wereldrecord te zijn. De crew filmde enkele dagen in Venetië, om en nabij het Grand Canal. Voor het eindgedeelte in Venetië, keerde men terug naar de Pinewood Studio’s, waar Chris Corbould de verantwoording kreeg om het zinkende gebouw te maken. Hij realiseerde dit door in de James Bond Studio (de grootste indoorstudio ter wereld) op Pinewood een enorme constructie te bouwen met een hydraulisch pompsysteem wat het gebouw in iedere gewenste hoek kon laten kantelen en zinken tot een diepte van ongeveer 6 meter. Op de backlot werd een miniatuur met schaal 1 op 3 gebouwd voor het vooraanzicht van het zinken.
De muziek van de film werd weer geschreven door David Arnold. Chris Cornell schreef samen met hem de titelsong “You Know My Name” die in Nederland niet eens uitgebracht is en ook in andere landen weinig succesvol was.
Daniel Craig doet het bijzonder goed als de nog onervaren Bond en weet hem dreigend en rauw neer te zetten. Hij speelt Bond niet, hij is het en is naast Timothy Dalton en Sean Connery de beste acteur die Bond heeft gespeeld. God zij dank kwamen de producers tot het inzicht dat men met Day Another Day wel erg ver was gegaan en er is dit keer een zeer realistische Bondfilm gemaakt in de stijl van Licence to Kill en From Russia With Love, met een goed verhaal en zeer goede actiescènes. De beste Bond sinds jaren.
De film was ook financieel een zeer groot succes en heeft het meeste geld van alle Bonds in het laatje gebracht met een opbrengst van maarliefst $594 miljoen dollar.
Casino Royale © 2006 Danjaq LLC. & & Metro-Goldwyn-Mayer (MGM).